Hendrik Willem Mesdag

Mesdag (1831-1915) koos pas in 1866, 35 jaar oud, voor het kunstenaars vak. Daarvoor had hij in zijn vaders bankbedrijf gewerkt en getekend in zijn vrije tijd. In 1856 huwde hij Sientje van Houten, die zelf ook schilderde en later zelf een van de belangrijkste vrouwelijke vertegenwoordigers van de Haagse School zou worden.  Toen haar vader in 1864 overleed en een aanzienlijke erfenis naliet, kon Mesdag zich uit de firma terugtrekken en stimuleerde Sientje haar man om zich geheel aan de schilderkunst wijden. Om zich verder in de kunst te bekwamen verhuisde het echtpaar naar Brussel, waar Mesdag begeleiding kreeg van de Nederlandse schilder Willem Roelofs.

In 1869 vestigde Mesdag zich met vrouw en kind dichtbij de kust, in Den Haag. De zee werd zijn hoofdthema. Het Scheveningse strand werd zijn favoriete schilderstek.

Internationaal brak Mesdag door toen hij in 1870 een medaille won op de Parijse Salon. Zijn spectaculairste werk, het ‘Panorama Mesdag’, kwam in 1881 tot stand.