Constant Anton Nieuwenhuijs

Amsterdam 1920 – 2005 Utrecht

Op 16-jarige leeftijd schildert Constant zijn eerste schilderij, de Emmaüsgangers. Het schilderij verbeeldt Jezus die zich openbaart aan twee van zijn volgelingen in Emmaüs. Bij gebrek aan geld gebruikt hij daar een jutezak voor en pigmenten die hij van een huisschilder koopt.

Van 1939 tot 1942 volgt hij opleidingen aan de kunstnijverheidsschool en de Rijksacademie. In deze periode raakt hij bevriend met de Bergense kunstenaar Jaap Min.
Tussen 1942 en 1943 werkt en woont hij in Bergen waar hij zich laat inspireren door het werk van Cézanne.
In 1948 richt hij de Experimentele Groep Holland op, samen met onder andere Karel Appel, Corneille en Jan Nieuwenhuijs.  Later is Constant betrokken bij (de oprichting van) de Cobra groep.

In 1950 vestigt hij zich in Parijs, maar keert al snel terug naar Amsterdam. Na het opheffen van Cobra in 1951, wordt het schilderen voor hem steeds minder belangrijk. Zijn toenemende belangstelling voor architectuur en de rol van de moderne mens daarin leidt tot een nieuwe fase in zijn kunstenaarschap. Constant neemt in 1956 deel aan het congres ‘Mouvement pour un Bauhaus Imaginiste’. Hij ontwikkelt het begrip ‘unitair urbanisme’, waarin hij een stad voorstelt met op elkaar afgestemde levenswijze en leefmilieu. Tussen 1952 en 1960 maakt Constant Nieuwenhuys maquettes, constructies, schilderijen en tekeningen die de aanloop vormen tot het grootschalige project New Babylon. Ruim twintig jaar werkt Constant Nieuwenhuis aan de uitwerking van zijn utopie New Babylon. In 1974 beëindigt Constant het New Babylon-project om zich weer geheel aan het schilderen , aquarelleren en tekenen te wijden. Constant heeft diverse solotentoonstellingen gehad, onder andere in het Stedelijk Museum in 1978, het Haags gemeentemuseum in 1980, het Centraal Museum in 1985, het Rheinisches Landesmuseum in 1986 en het Chabotmuseum in 1995, Witte de With in 1998-99. Daarnaast is zijn werk aanwezig op talrijke nationale en internationale tentoonstellingen.