G.H. Breitner (Rotterdam 1857 – 1923 Amsterdam), olieverf op paneel, 38,5 x 26,5 cm, gesigneerd rechts onder, te dateren 1878/79) VERKOCHT
Herkomst : collectie D. Hudig Amsterdam, Van Voorst van Beest Den Haag 1990, particuliere collectie
Tentoonstellingen : Arti Amsterdam 1901, afgebeeld in de catalogus no 36, Panorama Mesdag ‘Magische  Panorama’ 1996, afgebeeld in de catalogus op pag 126, no. 146
Literatuur :
Jan Veth 1908, pag 187
P.H. Hefting ‘Breitner in zijn Haagse tijd’ 1970, afgebeeld op pag 41 no. 21 en op pag 161 no. 7

Dit vroege schilderij van Breitner van rond 1878 is de eerste aanzet naar het impressionisme van zijn latere Amsterdamse werk. Breitners schilderijen worden steeds vrijer en losser. Als jongen wil George Breitner liefst historieschilder worden. Breitners originaliteit uit zich vooral in de losse wijze van verf opbrengen en in de onconventionele composities. In 1882 ontmoet hij Vincent van Gogh, met wie hij geregeld naar buiten trekt om te tekenen. In 1884 volgt hij intensief lessen in Parijs. Zijn invloed op generatiegenoten is groot, met name op Isaac Israels. Met Willem Witsen deelt hij zijn passie voor fotografie. Zijn foto’s gebruikt Breitner als voorstudie voor zijn schilderijen. Breitner pakt het thema ‘buurtjes en straatjes’ weer op in Den Haag, Delft, Rotterdam en Schiedam. In 1886 vertrekt hij naar Amsterdam en ontstaan zijn imposante stadsgezichten aldaar.