Catherine Mariam (Marie) de Roode-Heijermans
Rotterdam 1859 – 1937 Amsterdam
Marie Heijermans groeide op in een groot, liberaal joods gezin in Rotterdam.
Ze maakte de hbs niet af, maar volgde tekenlessen bij Suze Robertson en haalde in 1881 de mo-akte tekenen aan de Haagse Tekenacademie. Na enige jaren als tekenlerares gewerkt te hebben, vertrok ze naar Brussel. Hier kon ze schilderen naar naaktmodellen, iets dat in Nederland aan vrouwen nog niet was toegestaan.
In 1892 ontving ze voor haar ingezonden schilderij op de Parijse Salon een werkbeurs van drie jaar, maar haar inzending in 1897 op de Wereldtentoonstelling in Brussel werd na een maand verwijderd.
De voorstelling ‘Victime de la misère’, van een naakt meisje zittend op een bed, en een deftige oudere heer die zich aankleedt, met op de tafel een bankbiljet, was te aanstootgevend voor de Belgische koning die de tentoonstelling zou bezoeken. In 1926 zou het Stedelijk Museum Amsterdam het werk aankopen.
In 1898 ontmoette ze haar echtgenoot Jan de Roode voor het eerst via de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Nog datzelfde jaar werd ze zelf ook lid van de SDAP, en een jaar later trouwde ze met De Roode.
Marie De Roode-Heijermans bleef haar leven lang een uitgesproken socialistische kunstenares.
Ze schilderde en tekende het armzalige bestaan van oude mensen in gestichten en van de sappelaars in de huisindustrie. Op partijcongressen van de SDAP maakte ze karikaturen. Ze verzorgde ook de aankleding van optochten en feesten.
Ze maakte de hbs niet af, maar volgde tekenlessen bij Suze Robertson en haalde in 1881 de mo-akte tekenen aan de Haagse Tekenacademie. Na enige jaren als tekenlerares gewerkt te hebben, vertrok ze naar Brussel. Hier kon ze schilderen naar naaktmodellen, iets dat in Nederland aan vrouwen nog niet was toegestaan.
In 1892 ontving ze voor haar ingezonden schilderij op de Parijse Salon een werkbeurs van drie jaar, maar haar inzending in 1897 op de Wereldtentoonstelling in Brussel werd na een maand verwijderd.
De voorstelling ‘Victime de la misère’, van een naakt meisje zittend op een bed, en een deftige oudere heer die zich aankleedt, met op de tafel een bankbiljet, was te aanstootgevend voor de Belgische koning die de tentoonstelling zou bezoeken. In 1926 zou het Stedelijk Museum Amsterdam het werk aankopen.
In 1898 ontmoette ze haar echtgenoot Jan de Roode voor het eerst via de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Nog datzelfde jaar werd ze zelf ook lid van de SDAP, en een jaar later trouwde ze met De Roode.
Marie De Roode-Heijermans bleef haar leven lang een uitgesproken socialistische kunstenares.
Ze schilderde en tekende het armzalige bestaan van oude mensen in gestichten en van de sappelaars in de huisindustrie. Op partijcongressen van de SDAP maakte ze karikaturen. Ze verzorgde ook de aankleding van optochten en feesten.
Diamantsnijders
M. Heijermans (1859 - 1937)