Johan Barthold Jongkind

Lattrop (Overijssel) 1819 – 1891 La Côte-Saint-André (Frankrijk)

Jongkind volgde zijn opleiding aan de Tekenacademie te Den Haag, waaraan hij in 1837 afstudeerde. Zijn leraar was de in zijn tijd gerespecteerde Nederlandse landschapsschilder Andreas Schelfhout. In 1845 ging hij op uitnodiging van de Franse kunstschilder Eugène Isabey naar Parijs. Dit is een beslissend moment in de carrière van de kunstenaar. In Parijs ging hij in de leer bij Isabey en ontmoette hij bovendien een toonaangevende Franse kunstenaar als Jean-Baptiste Camille Corot, en de kunstcriticus Charles Baudelaire. In 1848 exposeerde hij voor de eerste keer op de prestigieuze Salon.

Johan Barthold Jongkind is een sleutelfiguur in de schilderkunst van de 19de eeuw en pionier van het impressionisme. Hij werd geboren in Nederland, maar woonde het grootste deel van zijn leven in Frankrijk.
Zijn rake observaties van de natuur en zijn directe, losse manier van schilderen waren een eye opener voor de Franse kunstenaars. Vanuit de Hollandse, realistische traditie gaf Jongkind de aanzet tot het impressionisme in Frankrijk. Monet zei dat Jongkind hem had leren kijken: ‘Hij zorgde voor de opvoeding van mijn oog’. Manet noemde hem ‘de vader van het moderne landschap’.

Maar er waren ook problemen. Jongkind had schulden en dronk veel alcohol. Toen zijn werk in 1855 niet werd bekroond met een prijs op de Parijse Salon ging hij gedesillusioneerd terug naar Nederland, waar hij in een neerwaartse spiraal terecht kwam. Zijn vrienden hielpen hem door een grootschalige veiling te organiseren. Drieënnegentig kunstenaars brachten elk een kunstwerk in en met de opbrengst kon de Jongkind zijn schulden afbetalen. Jongkind werd teruggebracht naar Parijs.
Vanaf dan begint zijn stabielere en bovendien productieve periode, al bleef zijn mentale gesteldheid wisselvallig. Zijn werk was er echter niet minder om. Met zijn subtiele lichtweergave van fonkelingen in het water en heldere weergave van het licht in de lucht bleef hij de andere impressionisten beïnvloeden.
In Parijs leerde Jongkind Joséphine Fresser-Borrhee kennen met wie hij tot zijn dood een relatie zou hebben. Zij zorgde ervoor dat Jongkind zijn leven onder controle hield.
Zijn latere leven verbleef Jongkind samen met Joséphine in de Dauphiné. In 1878 verhuisden zij naar La Côte-Saint-André. Jongkind bleef ook tijdens zijn laatste jaren actief. Op 9 februari 1891 stierf hij aan de gevolgen van een hersenverlamming.

Bronvermelding : Dordrechts Museum, Art Salon Holland
Literatuur : Johan Barthold Jongkind, 2003, Gemeentemuseum Den Haag, John Sillevis