Looy, Jacobus van VERKOCHTE WERKEN2021-01-10T11:23:24+01:00

Jacobus van Looy

1855 – Haarlem – 1922

Jacobus van Looy werd al op vijfjarige leeftijd wees en groeide op in het Haarlemse Gereformeerd Burgerweeshuis, waar thans het Frans Hals Museum is gevestigd. Hij volgde de vakopleiding tot huis- en rijtuigschilder maar omdat hij zo talentvol was mocht hij ook tekenlessen volgen. Hij studeerde verder aan de Rijksacademie voor Beeldende kunsten in Amsterdam waar hij bevriend was met o.a. Willem Witsen.

Van Looy was een bijzonder origineel schilder die zich zowel met landschappen, (kinder)portretten, stadsgezichten als genretaferelen bezighield. Opvallend waren zijn gewaagde composities, vooral zijn gedurfde hoge horizon en felle licht-donker effecten. Later in zijn leven is hij zich met voorstellingen van bloemen en vruchten uit zijn eigen tuin gaan bezighouden.
In 1884 won hij de Prix de Rome. De reisroute die hij mocht maken was van te voren bepaald en bracht hem naar Italië, Spanje en Marokko. Vooral Tanger in Marokko maakte grote indruk op hem. Hij maakte talloze schetsen en tekeningen van deze voor hem totaal nieuwe Oriëntaalse wereld. In 1902 zou hij er terugkeren, samen met zijn echtgenote Titia Van Gelder.
Van Looy was echter niet alleen een talentvol schilder, hij schreef ook proza en gedichten en bereikte daarmee een breed publiek.

Eind jaren tachtig kwam hij in aanraking met de schrijvers van de Beweging van Tachtig, zoals Willem Kloos, Frederik van Eeden en Albert Verwey. Als schrijver werd hij zeer door hen gewaardeerd. Zo zeer zelfs dat Albert Verwey zonder zijn medeweten een gedicht van Van Looy publiceerde in De Nieuwe Gids, het tijdschrift van De Tachtigers.
Met o.a. Breitner was Van Looy een van de eersten die in de tweede helft van de jaren tachtig het alledaagse straatleven in de stad verbeeldde.

Hij exposeerde regelmatig vanaf 1886 en had in 1901 zijn eerste grote overzichtstentoonstelling in Arti et Amicitiae in Amsterdam. De recensies waren verdeeld. Zeer lovend waren de toenmalige directeur van Museum Boymans van Beuningen en medekunstenaar Isaac Israels, maar er waren ook critici die zeiden dat Van Looy een betere schrijver dan schilder was. En Van Looy was gevoelig voor kritiek. Hij koos ervoor om vanaf dat moment niet meer te exposeren. Hij bleef echter wel schilderen en schrijven.

Literatuur : Jacobus van Looy 1855 – 1930 ‘Niets is zoo mooi als zien…’ 1998, Stichting Jacobus van Looy, Frans Hals Museum, Haarlem, Uitgeverij Waanders B.V Zwolle.

Ga naar de bovenkant