Sientje Mesdag-van Houten
Groningen 1834 – 1909 Den Haag
Sientje van Houten kwam uit een vooraanstaande Groningse familie en groeide op in een doopsgezind gezin. Haar vader Derk van Houten, handelaar in balken en scheepsmasten had in korte tijd zijn bedrijf weten uit te breiden tot een succesvol internationaal houthandelsbedrijf. Hij had een bescheiden kunstverzameling, waardoor de kinderen al vroeg in aanraking kwamen met kunst.
In 1856 trouwde Sientje van Houten met Hendrik Willem Mesdag. Haar man kwam eveneens uit een welgestelde doopsgezinde familie uit Groningen en was effectenhandelaar bij het bankiersbedrijf van zijn vader en schilderde in zijn vrije tijd.
Aangemoedigd door zijn vrouw besloot Hendrik Willem Mesdag in 1864 om zich helemaal aan de schilderkunst te wijden, een stap die mogelijk werd gemaakt door de erfenis van de vader van Sientje, die dat jaar overleed. Het echtpaar vertrok naar het schildersdorp Oosterbeek, waar Hendrik er elke dag op uit trok om naar de natuur te tekenen. Intussen begon ook Sientje voorzichtig pogingen te doen om het landschap vast te leggen. In de zomer van 1866 ging Hendrik in de leer bij de landschapsschilder Willem Roelofs in Brussel. Ook Sientje kreeg aanwijzingen van Willem Roelofs en van Hendrik’s neef Alma Tadema.
In 1869 verhuisden Sientje en Hendrik naar Den Haag omdat Hendrik besloten had zeeschilder te worden.
Sientje richtte zich aanvankelijk op de landschapsschilderkunst. Met de bevriende schilderes Harriet Lindo ging ze in de duinen van Scheveningen tekenen, ze werkte daarnaast in Drenthe, Overijssel en de Veluwe. Ook maakte ze stillevens met bloemen en vruchten, en portretten.
Figuur in de duinen bij avondlicht
S. Mesdag-van Houten (1834-1909)