Smith, Hobbe VERKOCHTE WERKEN2021-03-24T11:15:45+01:00

Hobbe Smith

Witmarsum 1862 – 1942 Amsterdam

Hobbe Smith is zoon van een huisschilder. Hij gaat op jonge leeftijd in de leer bij een steendrukker en volgt tekenlessen aan de Quelliniusschool te Amsterdam. Door een weldoener en een Koninklijke studiebeurs kan hij zijn kunstopleiding volgen aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam waar hij les krijgt van August Allebé. Na zijn opleiding gaat het Hobbe Smith voor de wind. Hij betrekt een ruim atelier aan het Sarphatipark 42, waar op de bovenetage ook de tien jaar jongere Piet Mondriaan een atelier had.
De losse impressionistische schilderstijl van Hobbe Smith leent zich goed voor het vastleggen van Hollandse landschappen en havengezichten in het bijzonder dat van Amsterdam. Mede daardoor krijgt hij de opdracht schilderijen van de Amsterdamse haven te maken voor de ENTOS, de Eerste Nederlandse Tentoonstelling Op Scheepvaartgebied. Deze wordt van 3 juni tot 1 september 1913 gehouden op het Tolhuisterrein in Amsterdam Noord. Van de havendienst wordt Smith een boot ter beschikking gesteld om ‘live’ schetsen in de Amsterdamse haven te kunnen maken ter voorbereiding van maar liefst twaalf grote doeken. Deze werken worden bewaard in het Amsterdam Museum.

Tijdens de Watersnoodramp van 1916 gaat Smits lopend of per fiets vanaf de Tolhuispont richting Broek in Waterland waar hij langs de Broekervaart deze aquarel maakt van de ondergelopen Blauwe Polder richting Ransdorp. Hobbe Smith is daarmee één van de vele ‘ramptoeristen’ die met eigen ogen de watersnoodramp aanschouwde. In tijdschrift Het Leven Geïllustreerd wordt al snel na de ramp opgeroepen om het gebied niet meer te bezoeken. Eind januari 1916 toont Smith zijn actuele watersnoodwerken bij kunsthandel Th. Vlas aan het Rokin te Amsterdam. Een maand later houdt hij zijn eerste Zuiderzee-expositie in een gebouw aan de Plantage Middenlaan te Amsterdam. Zelfs Koningin Wilhelmina ziet zijn werk vermeldt dagblad De Tijd in de editie van 16 februari 1916.

Bron: Isgeschiedenis

Ga naar de bovenkant