van Gelder, Dirk VERKOCHTE WERKEN2021-03-22T10:32:06+01:00

Dirk van Gelder

1907 – Amsterdam – 1990

Dirk van Gelder behoort tot de belangrijkste Nederlandse grafici van de twintigste eeuw. Door zijn ongekende meesterschap kan hij geplaatst worden in de traditie van beroemde voorgangers als Hercules Seghers, Rembrandt en Rodolphe Bresdin, zijn grote voorbeeld. Groot vakmanschap, opvallend oog voor detail en liefde voor de natuur kenmerken zijn bijzondere werken op papier.

Dirk van Gelder groeit op in een kunstminnend milieu: zijn vader H.E. van Gelder is van 1912-1941 directeur van het Haagse Gemeentemuseum. Reeds op achttienjarige leeftijd maakt hij zijn eerste litho’s. Geïnspireerd door Theo van Hoytema en andere representanten van de Nieuwe Kunst kiest hij de dieren- en plantenwereld tot onderwerp. Tijdens zijn eerste verblijf op Sicilië in 1929 maakt hij op het werk van Bresdin geïnspireerde tekeningen van landschappen met rotsige kusten, bergkloven en amandel- en citroengaarden, die hij in Nederland uitwerkt tot etsen.

Hoewel Van Gelder in de traditie van de Franse Romantiek werkt, vindt hij een geheel eigen stijl met de natuur als belangrijkste inspiratiebron. Kenmerkend voor zijn werk zijn stillevens op bos- of tuingrond met vruchten, dierschedels of dode vogels. Maar ook maakt hij Hollandse boslandschappen, Zeeuwse vergezichten en talloze studies van planten, veldbloemen en insecten. Wanneer hij zich in 1938 in het Zeeuwse Veere vestigt, dient zich een nieuw onderwerp aan: het onderwaterleven met schelpen, krabben en zeeanemonen. In de periode dat hij en zijn gezin hier wonen, ontstaan verschillende aquariumtekeningen. Bovendien legt hij zich vanaf nu vrijwel volledig toe op de houtgravure.

In deze periode vormt een belangrijke bron van inkomsten de zogenaamde toegepaste grafiek. Van Gelder maakt naam als ontwerper van onder andere ex libris, briefhoofden en boekillustraties, bijvoorbeeld voor het gedicht Mei van Herman Gorter. Vanaf 1952 doceert hij twintig jaar lang het vak Etsen aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag, de stad waar hij in 1963 weer naar toe verhuist. Met een aantal collega’s en studenten richt hij De Haagse Etsclub op, met als doel het samenstellen en uitgeven van mappen met etsen van zeer hoge kwaliteit. Aan een aantal mappen kan hij nog een bijdrage leveren, voordat hij op 83-jarige leeftijd overlijdt.

Bron : Kunstmuseum Den Haag

Ga naar de bovenkant